
Gebruiken van de melodiesequencer
D-85
1.
Voer stappen 1 en 3 uit van de procedure onder “Starten van een gebeurtenis editorbewerking” op
pagina D-81 om het gebeurtenis bewerkingsmenu te tonen.
2.
Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en selecteer d.m.v. de R-17 (u, i) toetsen het spoor dat u
wilt bewerken.
1.
Voer stappen 1 en 3 uit van de procedure onder “Starten van een gebeurtenis editorbewerking” op
pagina D-81 om het gebeurtenis bewerkingsmenu te tonen.
2.
Druk op de L-17 (START/STOP) toets.
• Hierdoor wordt de weergave gestart van de melodie die bewerkt wordt vanaf de eerste maat waar de cursor zich op dat
moment bevindt.
• De weergave stopt automatisch wanneer het einde van een melodie bereikt was. Druk op de L-17 (START/STOP) toets om
de weergave tussentijds te stoppen.
BndR Deel toonhoogtebereik [BendRng]
PART Part
UPP1, UPP2, LOWR,
HARM
VALU
Deel
toonhoogtebereik
00 - 24
RSnd
Gedeeltenagalm
zenden
[RevSend]
PART Part
UPP1, UPP2, LOWR,
HARM
VALU
Gedeeltenagalm
zenden
000 - 127
CSnd
Gedeeltezweving
zenden
[ChoSend]
PART Part
UPP1, UPP2, LOWR,
HARM
VALU
Gedeeltezweving
zenden
000 - 127
DspL Deel DSP Lijn [DspLine]
PART Part
UPP1, UPP2, LOWR,
HARM
VALU Deel DSP Lijn on, oFF
AVol Begeleidingsvolume
*5
[AcmpVol] VALU Begeleidingsvolume 000 - 127
AScl
Begeleiding
toonschaal
*6
[AcmpScl] VALU
Begeleiding
toonschaal
on, oFF
*1 Een akkoordgebeurtenis wordt niet weergegeven als de gebeurtenisnaam op plaats 2, maar eerder als de akkoord grondtoon
(C, etc.).
*2 Zie “Vingerzettinggids” op (pagina D-124).
*3 Intro: intro pattern, norml: normaal patroon, Vari: variatiepatroon, nFlOn: Normaal invulpatroon aan, nFloF: Normaal
invulpatroon uit, vFlOn: variatie invulpatroon aan, vFloF: variatie invulpatroon uit, Endin: eindpatroon.
*4 “C-” op de display geeft C-1 aan (een octaaf onder C0).
*5 Deze instelling correspondeert aan het functiemenu “AccompVol” item (pagina D-99).
*6 Zie “Specificeren of de huidige toonschaalinstellingen uitgeoefend dienen te worden op de automatische begeleiding (Accomp
Scale)” (pagina D-22) voor details.
Selecteren van een spoor voor bewerken
Weergeven van een melodie van het gebeurtenis bewerkingsscherm (Quick Play)
Gebeurtenistype
2
display tijdens
het invoegen
4
display Parameternaam Instelbereik
2
display Gebeurtenisnaam
Kommentare zu diesen Handbüchern