
39
Foto leerprogramma
BELANGRIJK!
• U kunt mogelijk niet de gewenste helderheid verkrijgen als u een beeld aan het
filmen bent dat te donker of juist te licht is. Mocht dit gebeuren, stel de lensopening
of de sluitertijd dan met de hand bij d.m.v. de M modus.
• Tijdens de S modus werkt de ISO gevoeligheid (pagina 49) altijd in
overeenstemming met de “AUTO” instelling. De instelling van de ISO gevoeligheid
kan niet veranderd worden tijdens de S modus.
• Wanneer A, S of M geselecteerd is als de opnamemodus zal de flitser niet flitsen
als > (Autom. Flits) of ¥ (Rode Ogen Reductie) geselecteerd wordt als de
flitsmodus. Als u toch wilt dat de flitser flitst, selecteer dan < (Flits Aan) als de
flitsmodus.
• De getoonde waarde voor de ISO gevoeligheid, sluitertijd of lensopening wordt
oranje wanneer de sluitertijd half ingedrukt wordt als het beeld overbelicht of
onderbelicht is.
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de instelling die u wilt veranderen.
Hierdoor wordt één van de iconen van het controlpaneel geselecteerd en worden
de instellingen getoond.*
1
Gebruiken van het controlepaneel
Het controlepaneel kan gebruikt worden om de instellingen
van de camera te configureren.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [SET]
(instellen).
• U kunt het controlepaneel tonen door te drukken op
[2].
• Om een BEST SHOT (pagina 76) scène op te nemen,
dient u op [2] te drukken om het controlepaneel te
tonen.
1
Beeldformaat/Kwaliteit*
2
(pagina’s 41, 99)
2
Flitser (pagina 43)
3
Scherpstelling (pagina 45)
4
Automatisch scherpstelgebied (pagina 48)
5
ISO gevoeligheid (pagina 49)
6
Zelfontspanner (pagina 50)
7
Witbalans (pagina 51)
8
EV verschuiving (pagina 52)
9
Datum/tijd (pagina 53)
*1 Welke items weergegeven worden in het controlepaneel hangt af van de
opnamemodus.
*2 De beeldkwaliteit kan niet veranderd worden m.b.v. het controlepaneel.
[SET] (instellen)
[8] [2] [4] [6]
1
9
5
3
4
7
8
2
6
Controlepaneel
Kommentare zu diesen Handbüchern