
11
Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om
u op de hoogte te houden van de status van de camera.
• De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle
indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de
verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera
verschijnen.
. Foto opname
LET OP
• Het halfdoorzichtige grijze kader op het beeldscherm geeft het gebied aan dat
wordt opgenomen tijdens het maken van een film. Het gebied binnen het kader
wordt opgenomen voor een film.
• De instelling wordt oranje wanneer de sluitertoets halverwege ingedrukt wordt
terwijl de lensopening, de sluitertijd, de ISO gevoeligheid of de automatische
belichting niet correct is.
Inhoud van het beeldscherm
1
Scherpstelfunctie (pagina 84)
2
Meetfunctie (pagina 97)
3
Doorlopende sluitermodus
(pagina 49)
4
Zelfontspannerfunctie
(pagina 87)
5
Beeldverliesindicator/
Zoomindicator (SR)
(pagina 46)
6
Opnamemodus (pagina 25)
7
Resterende capaciteit van het fotogeheugen
(pagina’s 51, 191)
8
Aantal opneembare doorlopende
sluiterbeelden (pagina’s 49, 51)
9
Fotobeeldformaat/beeldkwaliteit
(pagina’s 37, 96)
bk
ISO gevoeligheid (pagina 40)
bl
Witbalansinstelling (pagina 41)
bm
Belichtingscompensatie (pagina 42)
bn
Flitser (pagina 43)
bo
Datum/tijd (pagina’s 19, 160)
bp
Tijdstempel indicator (pagina 159)
bq
Filmkwaliteit (FHD/STD film) (pagina’s 61, 64)/
Opnamesnelheid (HS film) (pagina 64)
br
Scherpstelkader (pagina’s 26, 89)
bs
Lege accu indicator (pagina 18)
bt
Histogram (pagina 166)
ck
Brandspuntsafstand (Omgezet naar het 35mm
filmformaat.) (pagina 45)
cl
Anti Shake (pagina 88)
cm
Gezichtsdetectie (pagina 90)
bk
bl
bm
bn
2 4561
789
bobs
bt
cl
cm
ck
3
bq
br bp
Kommentare zu diesen Handbüchern