Casio PX-410R Handbuch Seite 62

  • Herunterladen
  • Zu meinen Handbüchern hinzufügen
  • Drucken
  • Seite
    / 100
  • Inhaltsverzeichnis
  • LESEZEICHEN
  • Bewertet. / 5. Basierend auf Kundenbewertungen
Seitenansicht 61
D-60
Melodiegeheugenfunctie
Wissen van specifieke nootdata
1
Voer de stappen 1 en 2 uit onder Corrigeren van
fouten tijdens stapopname op de vorige pagina
om de noot aan te geven die u wilt uitwissen.
2
Druk tweemaal op de [] CURSOR toets.
3
Druk in antwoord op de Delete? (wissen?)
boodschap die op het scherm verschijnt op de YES
toets om de aangegeven noot te wissen.
Bewerken van de geheugeninhoud
Na opnemen naar de digitale piano geheugen kunt u nog
steeds afzonderlijke noten en parameterinstellingen (zoals
bijvoorbeeld toonnummer) oproepen en naar wens
veranderingen aanbrengen. Dit betekent dat u verkeerd
gespeelde noten kunt corrigeren, tooninstellingen kunt
veranderen, enz.
De volgende types data kunnen worden bewerkt.
Nootintensiteit
Noten
Akkoorden
Toonnummers
Ritmenummer
Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets.
Bewerken van de geheugeninhoud
1
Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de
stapopname standbyfunctie in te schakelen en
gebruik vervolgens de [+] en [] toetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
2
Stel m.b.v. de SONG MEMORY TRACK toetsen het
reeds opgenomen spoor in dat u wilt bewerken.
3
Druk op de [] CURSOR toets om de
bewerkingsfunctie in te schakelen.
De REC indicator verdwijnt uit de display en de STEP
indicator gaat knipperen.
Knippert
SteS
g
0
p
Rec
4
Gebruik de [] en [] CURSOR toetsen om naar
de locatie op het spoor te gaan waar de noot of de
parameter zich bevindt die u wilt veranderen.
Voorbeeld van nootbewerking
5
Breng gewenste veranderingen aan in de waarde.
De procedures die u in feite gebruikt voor het
veranderen van een parameter hangen af van het type
data dat deze bevat. Zie Bewerkingstechnieken en
display-inhoud op pagina D-61 voor details.
6
Herhaal de stappen 4 en 5 om andere parameters
te bewerken.
7
Druk op de START/STOP toets om het bewerken te
stoppen wanneer u klaar bent.
OPMERKING
De enige parameters die kunnen worden bewerkt bij de
sporen 2 tot en met 6 zijn noten en toonnummers.
Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de
Sporen 1 6 aan de gang was.
U kunt enkel de toonnummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de sporen 2 tot en
met 6 m.b.v. stap-voor-stap opname.
Tijdens real-time opnemen kunt u ritmenummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van Spoor
1 aan de gang was.
U kunt enkel de ritmenummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de spoor 1 m.b.v.
stap-voor-stap opname.
De bewerkingsprocedure kan niet worden gebruikt om
meer data toe te voegen aan de opname.
Gedeelten van een opname kunnen niet naar een
andere plaats worden overgebracht binnen een opname.
De nootlengte kan niet worden veranderd.
No t090 e C4
ToonhoogteSnelheid
Seitenansicht 61
1 2 ... 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 ... 99 100

Kommentare zu diesen Handbüchern

Keine Kommentare