
Gebruiken van een geheugenkaart
D-103
3.
Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de C-13 (MENU) toets.
• Hierdoor wordt het functiemenu “Play/CardUtl” scherm
getoond.
4.
Verplaats d.m.v. de R-17 (t, y) toetsen de 0
naar “CardFormat”.
5.
Druk op de R-16 (ENTER) toets.
• Hierdoor verschijnt de boodschap “Sure?” ter
bevestiging.
6.
Druk op de R-14 (YES) toets om de
geheugenkaart te formatteren of op de R-14
(NO) toets om te annuleren.
• De boodschap “Please Wait” blijft op de display terwijl
de formaatbewerking wordt uitgevoerd. Voer geen
bediening bij het Digitale Keyboard uit terwijl deze
boodschap op de display wordt weergegeven.
“Complete” verschijnt op de display nadat het
formatteren voltooid is.
• Formatteren kan wel enkele minuten duren.
1.
Insteken van de geheugenkaart in de kaartgleuf.
2.
Druk op de C-7 (CARD) toets van het Digitale
Keyboard om de kaartmodus te verlaten.
3.
Voer een van de onderstaande stappen uit
afhankelijk van het type data dat wilt opslaan op
de geheugenkaart.
• Alle basisinstelling registratiebanken worden
opgeslagen als een batchbestand. Overige data
worden opgeslagen in gebiedeenheden (data item).
4.
Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en
druk op de C-7 (LOAD/SAVE) toets.
• Hierdoor verschijnt een “Xxxx Load”
*1
scherm zoals het
onderstaande. Het onderstaande voorbeeldscherm
toont het scherm dat verschijnt van het ritmescherm.
Opslaan van data van het Digitale
Keyboard naar een
geheugenkaart
Opslaan dat data van het Digitale Keyboard
naar een geheugenkaart
Opslaan van dit
type data:
Doe dit:
Eén
gebruikersritme
1. Druk op de L-8 ([F] USER RHYTHMS)
toets.
2. Specificeer het gebruikersritmenummer
d.m.v. de draairegelaar of de R-14 (–, +)
toetsen.
Eén
gebruikerstoon
1. Druk op de R-12 ([L] USER TONES)
toets.
2. Specificeer het gebruikerstoonnummer
d.m.v. de draairegelaar of de R-14 (–, +)
toetsen.
Eén gebruikers
DSP
1. Voer de stappen 1 - 4 uit onder
“Gebruiken van een DSP” (pagina D-35).
2. Specificeer het gebruikers DSP nummer
(101 - 200) d.m.v. de draairegelaar of de
R-14 (–, +) toetsen.
Een gebruikers-
voorkeuze
1. Houd de L-6 ([D] WORLD/VARIOUS)
toets ingedrukt en druk op de L-7 ([E]
PIANO RHYTHMS) toets om het
muziekvoorkeuzescherm te tonen.
2. Druk op de L-8 ([F] USER RHYTHMS)
toets.
3. Specificeer het
gebruikersvoorkeuzenummer d.m.v. de
draairegelaar of de R-14 (–, +) toetsen.
Eén melodie in
de melodiese-
quencer
1. Druk op de C-3 (SONG SEQUENCER)
toets om de melodiesequencermodus in
te schakelen.
2. Specificeer het melodienummer d.m.v. de
draairegelaar of de R-14 (–, +) toetsen.
Alle
registratiebanken
Druk op de C-8 (BANK) toets om het
registratiebank selectiescherm te tonen.
CTK6200_d.book 103 ページ 2012年1月5日 木曜日 午後4時19分
Kommentare zu diesen Handbüchern