
41
Foto leerprogramma
De meetfunctie bepaalt welk gedeelte van het onderwerp gemeten wordt voor de
belichting.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [8].
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de zesde optie van boven in het
controlepaneel (Meten).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling en druk daarna op
[SET] (instellen).
U kunt de volgende procedure volgen om het Autofocus meetgebied aan te passen
voor het opnemen van foto’s.
• Bij het opnemen van films is het Autofocus meetgebied altijd “
U
Puntmeten”.
1. Druk tijdens de OPNAME modus op [8].
2. Selecteer d.m.v. [8] en [2] de derde optie van onderen in het
controlepaneel (AF Gebied).
Specificeren van de Meetfunctie (Meten)
Meervoudig
Multi-patroon meten verdeelt het beeld in secties en meet het licht
bij elke sectie voor een gebalanceerde belichtingsmeting. Dit type
meten voorziet u van foutvrije belichtingsinstellingen voor een groot
scala aan opname omstandigheden.
Centrum-
georiënteerd
Centrum-georiënteerd meten concentreert zich op het midden van
het scherpstelkader en meet het licht daar. Dit type meten is het
meest geschikt wanneer u enige mate van controle wilt hebben
over het contrast.
Puntmeten
Puntmeten verzamelt opnemingen van een bijzonder beperkt
gebied. Gebruik deze meetmethode wanneer u de belichting
ingesteld wilt hebben op de helderheid van een bepaald onderwerp
zonder te worden beïnvloed door omringende omstandigheden.
Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
Kommentare zu diesen Handbüchern