20050301
8-5-7
Overzicht van de commando’s
Prog
Functie: Dit commando start een subprogramma in een programma. In de modus RUN
•
MAT is dat een nieuw programma.
Syntax: Prog ”naam van het programma”
Voorbeeld: Prog ”ABC”
Beschrijving:
•Ook als dit commando binnen een lus staat, wordt de lus onmiddellijk onderbroken en het
subprogramma gestart.
•Dit commando kan zo dikwijls als nodig binnen een hoofdprogramma gebruikt worden om
subprogramma’s op te roepen waarin specifieke problemen berekend worden.
•Een hoofdprogramma kan op verschillende plaatsen eenzelfde subprogramma aanspreken.
Verschillende hoofdprogramma’s kunnen eenzelfde subprogramma aanspreken.
Hoofdprogramma Subprogramma’s
D
CEIJ
Prog ”E” Prog ”I” Prog ”J”
A
Prog ”D”
Prog ”C”
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4
•Een opgeroepen subprogramma wordt uitgevoerd vanaf het begin. Als het subprogramma
is uitgevoerd, worden verder gegaan met de eerste instructie volgend op het commando
Prog.
•Een commando Goto~Lbl binnenin een subprogramma beperkt zich tot dat subprogramma
en heeft geen invloed op dit hoofdprogramma. U kunt hiermee niet springen naar een
parameter buiten het subprogramma.
•Als de naam na het commando Prog geen bestaande bestandsnaam is, dan ontstaat er
een fout.
• In de modus RUN
•
MAT zal de invoer van het commando Prog, gevolgd door het drukken
op w ervoor zorgen dat het genoemde programma start.
Kommentare zu diesen Handbüchern