122
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
BELANGRIJK!
• Door één van de volgende instellingen te selecteren
verschijnen de icoon en de betreffende icoontekst
tijdelijk op het beeldscherm. Na enige tijd verdwijnen
de icoon en de tekst.
— Flitserfunctie “ Auto Flash” (automatische flits)
icoon (pagina 64)
— Scherpstelfunctie “ Auto Focus” (automatische
scherpstelling) icoon (pagina 74)
— Witbalans “
AWB
Auto WB” (automatische WB)
icoon (pagina 84)
Selecteer deze
instelling:
On (aan)
Off (uit)
Om dit te doen:
Toon begeleidende tekst wanneer u
een icoon selecteert op het
beeldscherm
Schakel icoonhulp uit
3.
Selecteer de gewenste instelling m.b.v. [왖] en
[왔] en druk op [SET].
Gebruik van icoonhulp
Icoonhulp toont begeleidende tekst over een icoon
wanneer u deze selecteert op het beeldscherm tijdens een
opnamefunctie (REC) (pagina 27).
• De icoonhulptekst wordt aangegeven voor de volgende
functies:
— Flitserfunctie, scherpstelfunctie, witbalans,
zelfontspanner, metering (meten).
— Image size (beeldformaat), white balance (witbalans),
AF area (autofocusgebied) van het EX menuscherm
(pagina 129).
Merk echter op dat de icoonhulptekst voor meten,
witbalans en zelfontspanner enkel verschijnt wanneer de
“Metering” (meten), de “Self-timer” (zelfontspanner) en
“White Balance” (witbalans) toegewezen is aan de [왗] en
[왘] toetsen met de toetsaanpassingsfunctie (pagina 120).
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de “REC” (opname) tab, selecteer
“Icon Help” (icoonhulp) en druk vervolgens
op [왘].
Kommentare zu diesen Handbüchern